Paul Pleijsier - Gitarist

Nieuwe foto van Coste! Paul dateert…

UPDATE IN AANTOCHT

Heerlijk, en sensationeel: als het verleden opeens één van haar geheimen prijsgeeft. Gitaristen kennen allemaal de foto van de Fransman Napoléon Coste (1805-1883), die als een verre voorvader van de Koot-creatie ‘Hekking’ trots de lens inkijkt, omgeven door een keur aan gitaren.

Coste \\\'laat\\\' portret
Het ‘late’ portret van Napoleon Coste

Let op de linker gitaar, de definitieve incarnatie van de Heptachorde, het 7-snarige samenwerkingsproject van Coste en de bouwer Lacote. Je kan de Heptachorde zien als een ‘evoluerend concept’, waaraan werd gesleuteld over een periode van zo’n 20 jaar.

Foto’s van de helden uit de 19de eeuw zijn schaars, dus wie schetst mijn verbazing toen ik op Gregg Miner’s site zomaar een totaal onbekende foto van Coste zag staan! Voorlopig nog niet gehit door de Google afbeeldingenzoeker.. Miner had ‘m via de Deense gitarist Erling Moldrup. Die vond ‘m in de Koninklijke Bibliotheek in Kopenhagen, afdeling Billedsamlingen. Hij had zich niet gerealiseerd dat hij iets ‘nieuws’ in handen had! Zie hier:

costemoldrup.jpg
Nieuw gevonden ‘vroege’ foto van Napoleon

Moldrup levert geen nader commentaar, dus dat moeten we zelf doen. De foto stamt uit Costes jongere jaren. Hij draagt ‘lang zwart’. Hoge hoed ligt nogal prominent in beeld. Er is geen duif of toverstok zichtbaar, anders zou je denken dat Coste misschien bijkluste als goochelaar (hoewel: kijk eens naar het ‘schoppen’-motief in het staartstuk van de Lacote op de bovenste foto..). Hij loert met zijn rechteroog enigszins gemeen in de lens. De detailprecisie van de foto is matig, hij is licht geretoucheerd. Dat kon waarschijnlijk niet anders bij de vroege portretfotografie, waarbij lang geposeerd moest worden (zeker 10 tot 20 seconden, en langer nog bij de vroegste procédé’s).

Costes rechterduim lijkt nagelloos. Of dat voor de hele hand geldt is niet te zeggen. Om de linker wijsvinger bevindt zich een bandage of pleister. Nee toch, zouden we hier de naweeën zien van Costes ongeval, waarbij hij ernstige verwondingen aan de linkerarm opliep (of was het de rechterarm)???!! Dan zou de foto uit een aanzienlijk latere tijd stammen dan de gitaar doet vermoeden.. Aan de linkerhand zien we iets wat een trouwring zou kunnen zijn. Wat een vroegste jaartal voor de foto zou kunnen opleveren als we de huwelijksdatum kenden, een leuk klusje voor de Franse gitaarhistorici.

Als we het hoofd uitvergroten kijken we Coste rechtstreeks in de ogen. Ogen die de grote Sor (zijn leermeester) nog hebben aanschouwd, van wie wel nooit een foto zal opduiken, aangezien het daguerrotype-procédé bij diens overlijden in 1839 nog in de kinderschoenen stond.

Goochelaar of niet, deze meneer is in ieder geval gitarist. Aan zijn zijde geen hobbygitaartje maar een serious beast, een 7-snarige Lacote. Of zoals Coste het noemde: een Heptachorde. Pierre René Lacote was de vooraanstaande luthier van de Guitaromanie, de periode waarin iedereen in Frankrijk gitaar speelde. Zijn instrumenten werden bespeeld door prominenten als Carulli, Sor, Aguado, Zani de Ferranti en door serieuze amateurs. We herkennen Lacotes interne mechanieken en het ovale etiket, alsmede de onmiskenbare curves van de klankkast. Daarnaast vertoont de gitaar diverse kenmerken die meer in het bijzonder met Coste worden geassocieerd. We zien (een koei van) een zevende snaar, die niet óver, maar op eerbiedige afstand náást de hals loopt (om verwarring bij de ‘uitvoering’ te voorkomen, zo weten we). Deze snaar heeft een langere mensuur dan de andere (zodanig lang dat wanneer je als zevende snaar een ‘gewone’ zesde gebruikt, er bij de twee door Coste gebruikte stemmingen – “C” en “D” – weinig spanningverschil optreedt ten opzichte van de echte zesde. In C staat hij dan iets slapper, in D iets strakker – mogelijk een leidende gedachte bij de mensuurkeuze). De hals telt 22 fretten, vijf meer dan de 17 stuks van een gewone Lacote (het zouden er in de laatste incarnatie van de Heptachorde, zie ‘late’ foto, 24 worden). Ze zijn geplaatst op een verhoogde toets, die aan klankgatzijde diagonaal is afgesneden. We zien een ovale pinksteun op het bovenblad. De gitaar toont een rechthoekige kam, niet de bij de Fransen gebruikelijke moustache. Er is geen staartstuk, zoals bij de definitieve Heptachorde (over de aanwezigheid van dit barbaarse kenmerk bij die gitaar heb ik nog een aardige speculatie, waarover ooit meer). Overigens mogen we concluderen dat Coste een betrekkelijk klein kereltje was. Ik heb zelf ook zo’n gitaar, en bij mij valt ‘ie in het niet.

De gefotografeerde gitaar doet direct denken aan de 7-snaar E.1044 uit het Musée de la Musique te Parijs (ca. 1834).

Lacote 7-snaar uit Parijs
Vroege Lacote 7-snaar (was er trouwens in de geschiedenis van de gitaar ooit een mooiere kastvorm?!)

Belangrijke zaken als kast, kop, en de rechthoekige kam vertonen veel gelijkenis. Het Parijse instrument heeft echter een vlakke toets. Aangezien de toets van de Heptachorde evolueerde van ‘vlak’ naar ‘verhoogd’, is Costes gefotografeerde instrument van later datum.

(Voor het dateren van de ‘eigen lijn’ van Lacote zegt dat onderscheid overigens niet veel: vóór 1840 bouwde hij verhoogd en ‘vlak’ door elkaar heen – mijn statistiek wijst zelfs op een voorkeur voor het heden ten dage als achterlijk opgevatte ‘vlak’).

Maar een foto kan je natuurlijk niet alleen aan de hand van een afgebeelde gitaar dateren. Er kunnen zoveel toevalligheden in het spel zijn. Misschien is de foto wel in Denemarken gemaakt, door Costes vriend, de gitarist Soffren Degen, en is de gitaar van hem! Degen was (volgens Moldrup) ‘één van de eerste Deense fotografen’. Het eerste dat we nodig hebben is de mening van een fotografiehistoricus. Welke foto-techniek is hier gebruikt? Uit welke tijd stamt die? Daarvoor moeten we een verdraaid goeie scan van het origineel van de foto hebben. Daar gaan we naar op zoek. U heeft misschien reeds opgemerkt dat de afbeelding gerasterd is. Hij stamt uit dit boek van Moldrup, verschenen in het Deens:

Moldrup: \"Guitaren, et Eksotisk Instrument i Den Danske Musik\".

Het boek beschrijft de Deense gitaarhistorie, en doet mij, als Nederlander, toch weer beseffen hoe schril de onze hierbij afsteekt. Ook in het boek: twee voor het eerst gepubliceerde brieven van Coste aan Degen, waarin hij de misere beschrijft die zijn ongeluk hem gebracht heeft.

Rest de vraag hoe het komt dat Costes nieuwe foto al sinds 1997 openbaar is, en pas nu internationaal bekend wordt. Is dat het lot van niet-Engelstalige publicaties? Moldrup had misschien een aan Coste gewijd artikel moeten publiceren in de wereld-gitaarpers, waarin hij foto en brieven opnam. Was ook een leuke promo voor zijn boek geweest. Kan hij altijd nog doen.

Wordt vervolgd.

*Bovenstaande gegevens stammen uit mijn eigen “Lacotologie”. Een overzicht van Lacotes werk in boekvorm ontbreekt vooralsnog.

2 Comments

  1. Ari van Vliet schrijft,

    februari 4, 2007 @ 5:56 pm

    Beste Paul Pleijsier, met veel genoegen las ik je bericht over de ‘nieuwe’ foto van Coste, eerst verschenen in Moldrup, 1997 op p.135. Een tweetal brieven van Coste aan zijn vriend Degen, ook fotograaf, staan ook in het boek, vertaald in het Deens. In de tweede brief d.d. 17 augustus 1863 doet Coste zijn beklag over het ‘funeste ongeluk, alweer bijna zes maanden geleden, die mij het gebruik van de linkerarm heeft ontnomen’. Dat moet dus gebeurd zijn in februari 1863. In dezelfde brief geeft hij aan boos te zijn op Mr. Holm (zie etude 7 op.38) die een 10-snarige gitaar heeft laten maken die niet naar de zin was van Coste en beschrijft aan Degen de stemming en mensuur die hij zich voorstelt. Beide brieven zijn te vinden in de Stadtbiblioteket in Aarhus in Denemarken. In 1845 vraagt Degen permissie aan de Deense koning om een heptachorgitaar gitaar te produceren. De aanvraag voor de vergunning en een kopie van het ontwerp heb ik ontvangen van de bibliotheek. In 1855 gaat Degen naar Parijs en bezoekt Coste. Heeft hij bij deze gelegenheid Coste gefotografeerd? Coste was toen 50 jaar, dus dit is zeer wel mogelijk. Met zijn linkerhand was toen nog niets ‘aan de hand’ en ook was Coste nog niet getrouwd; dat deed hij pas op latere leeftijd in 1871 met zijn leerlinge Louise Olive Paulhé, hij 66, zij 48. Er zijn geen gegevens bekend omtrent een eventuele reis van Coste naar Denemarken. Er is omtrent de data van het leven van Coste nog zeer veel te ontdekken. Als musicoloog houd ik mij bezig met het onderzoek naar leven en werken van deze grote gitarist en componist uit Frankrijk in de romantiek. Het ligt in de bedoeling om daarvan een publicatie te verzorgen met de titel ‘napoléon Coste, composer and guitarist in the romantic era’. Ik houd mij aanbevolen voor alle nadere informatie over Coste.

  2. Paul Pleijsier schrijft,

    februari 4, 2007 @ 10:38 pm

    Reuze interessant, Ari.
    Als je een voorproefje wilt publiceren van je studies kan dat altijd hier…
    Mogelijk dat je ook iets vindt over de ontwikkeling van de Heptachorde.. Ik heb een half-af artikel over dat gitaartype liggen, ‘abandoned’ vanwege diverse vraagtekens in de Heptachorde-story.