Paul Pleijsier - Gitarist

Schertler gitaren. Schertler guitars. Quicktest.

Een van de meest interessante nieuwe producten van dit moment is de electro-acoustische gitaar van Schertler. Ga maar na, een gerenommeerde Zwitserse fabrikant van pickups gaat in zee met de exclusieve, eveneens Zwitserse bouwer Claudio Pagelli, en werpt een budget-gitaar op de markt (vanaf ? 11..) die zijns gelijke niet kent: a-symmetrische vorm, 13 frets to the body, cutaway, twee dure Schertler pickups (Bluestick en D-Dyn, beide zonder piezotechniek), eigen stemmechanieken(!), voorversterker met 27 discrete transistors(!), verhoogde pallisander ring om het klankgat, massieve constructie van bona fide houtsoorten, met een top van “moon spruce”, bij volle maan geslagen zwitsers sparrehout. Een Zwitserse tour de force dus, en alles sober en smaakvol afgewerkt. Gitaar is ontworpen als een vehikel voor de Schertler pickups, en men wil de concurrentie gaarne een poepje laten ruiken. Er zijn versies voor steel en voor nylon, in diverse houtsoorten. De bouw schijnt plaats te vinden in Indonesië*.

schertler nylon-string

Nou, kom maar op. Ik probeerde kort drie exemplaren: de SM (steel-mahogany), SP (steel-palissander) en de CM (classical-mahogany). Ik had al twee eerdere ervaringen met Schertlers: zo’n anderhalf jaar geleden bespeelde ik er een die acoustisch zo mager klonk dat ik ‘m niet serieus nam, en in 2008 in Frankfurt barstte ik los in een “Last steam engine train”, en stond er binnen de kortste keren een crowd rond de Schertler-stand. Achterlangs sneakte een glunderend heerschap dat me een knipoog gaf: Claudio Pagelli. Wat me van het geluid vooral bijbleef: het lekker volle, wendbare basje. Het was geen naturel geluid, maar een heel prettig ‘soundje’, zoals ik alles noem dat afwijkt van een strikt akoestische klank.

Goed, na een tussentijds redesign blijken de Schertlers akoestisch enorm verbeterd. De bovenbladen verschillen nogal qua nerf en dwarskanaaltjes (silking). Of men dat in Indonesië ook vertaalt naar individuele dikten per blad valt te betwijfelen, de SP klonk m.i iets té anders dan de SM. Het akoustische geluid is modern-helder, maar het heeft wel wat. Maar let wel, de Schertler is bedoeld als stage guitar, dus om ingeplugd goed voor de dag te komen.

Opmerkelijk: twee van de drie exemplaren passeren met glans mijn ‘Eleanor Rigby-test’ (zie hier). Maar de SP produceert in plaats van een sterke hoge g slechts een pontificale buzz, waardoor hij als aanschafkandidaat direct afvalt. Je kan met blote ogen de s-vorm in de toets zien zitten – klassiek geval van een lift op de bodyjoint, gevolgd door een daling richting uiteinde.

De steel-strings
De halsbreedte bij het bovenzadel is 45mm (1 3/4″). De spacing bij het zadel is ca. 55mm. Tsjonge, moet dat nou? Men had dat makkelijk kunnen opvoeren tot 57 zonder dat de plectrumbrigade zou gaan stijgeren, en dan hadden de fingerstylisten een stuk tevredener kunnen zijn – en was er een bredere kopers-doelgroep bereikt. De fretten zijn slank en lijken mooi rond afgewerkt, de ebben toets is glanzend gepolijst. De halsvorm is rond.

De snaren voelen nogal stijf aan, hoewel een normale light-set, een gevolg van de – voor een steel string – ietwat lange mensuur (65mm) en de geringe ‘vering’ van de gitaar zelf. Dat is denk ik zo gedaan om een optimale druk op de zadelpickup te krijgen, het zadel helt ook al licht achterover, een (m.i. goede) trend in de groot-duitse bouw – de stand van het zadel is dan precies de resultante van de krachten die erop worden uitgeoefend door de snaardelen aan weerszijden. Aan het zadel wordt dus niet geduwd of getrokken, alle resulterende kracht is omlaag. Da’s toch schoon?

De cutaway is leuk gedesigned, maar functioneel matig, hij ontsluit het stoffige deel van de toets nauwelijks. En dan heb je nog maar een 13-frets hals. Opmerkelijk, in negatieve zin, is het totaal aantal frets: 18, normaal zijn dat er 19 à 20. Enerzijds wil de ontwerper het hoog ontsluiten, anderzijds beknibbelt hij op de frets. Mijn compositie Paradise Now was dus niet speelbaar op de Schertler (de melodie reikt tot de 19de fret op de d-snaar, waarbij de hogere snaren begeleidend benut worden). Ook al een aanschaf-belemmerend feature. Er was trouwens wel ruimte geweest voor een 19de fret. Heeft Pagelli die op visuele gronden laten sneuvelen?

Ik testte de gitaren op een Schertler-versterker. Eerst maar eens alles recht, op gitaar en amp. Het fraaie regelpaneeltje op de gitaar omvat onder meer een balans-knopje tussen de twee pickups. Vol rechts geeft een best natuurlijk, maar dun geluid zonder drama, vol linksom krijg je iets wat schrikbarend hol is maar wel met een lekker basaandeel. Je gaat dus ergens in het midden zitten, want je wil dat lekkere basje horen. Toch slaagde ik er niet in om een coherent geluid te krijgen, iets wat naadloos doorliep van laag naar hoog zonder vreemde tussentijdse verkleuringen, allerlei gedraai aan de toonregeling ten spijt. Er is natuurlijk altijd wel een stuk muziek te vinden waarmee de gitaar ‘het doet’, maar opvallend veel van mijn pogingen tot het uitwerpen van een leuk deuntje strandden roemloos in de eerste strofes, voor weer wat knopgedraai.

Tsja. De gitaar heeft fantastisch werkende mechanieken (ook los verkrijgbaar), maar ik kon de SM niet zo zuiver krijgen als je van een moderne gitaar mag verwachten, ondanks het feit dat het ding wel octaafzuiver was. Een kwestie van ontbrekende nut-compensatie? De CM leek me trouwens wel zuiver.

De nylon-string
Tsja (II). Die CM was akoestisch zwak, maar dat zouden we ‘m vergeven als hij elektrisch maar onweerstaanbaar was. Akoestisch zat er een rammel in, hoorbaar bij een flinke apoyando op de open g. Enig loeren door het klankgat toonde een bedrading die nogal dicht tegen de bebalking liep, hoewel ik een losse achterbalk ook niet helemaal uitsloot. Elektrisch was de CM een merkwaardig fenomeen. De klankkleur leek per snaar te verschillen, wat onmogelijk is gezien de aard van de toegepaste pickups, maar, geachte Horatio, er is blijkbaar meer tussen hemel en aarde…. Zelf kon ik geen soep maken van de sound, hoe graag ik het ook wilde.

Overigens moet je je hoofd in een scherpe draai zetten om het Schertler-controlepaneel te kunnen aflezen (net zoals vrijwel alle andere panelen van electro-acoustische gitaren). Zouden ze de layout daarvan niet eens 45 graden kunnen draaien?

Conclusie
Tsja (III). Leuk allemaal, maar ik denk dat men teveel wilde. Chic ontwerp, Zwitsers hout, dure pickups, discrete voorversterker, eigen mechanieken, gepolijste ebben toets, een fijne koffer, en niet te vergeten het omkopen van allerlei recensenten :-), en dat voor een leuke prijs. Er moet nu teveel beknibbeld worden op de afwerking en eindcontrole (de binnenzijde van de SP vertoonde een storende grofheid, precies daar waar je als speler naar binnen kijkt, en twee buzzes noemde ik al). De concurrentie is sterk, van elk gerenommeerd merk kan je een electro-acoustic krijgen in dit prijssegment. Een snelle vergelijking ter plaatse met een Taylor met Expression System, leerde mij dat er onder dezelfde omstandigheden wel gitaren zijn die van laag naar hoog een coherent versterkt geluid laten horen.

Zelf zou ik zeggen: maak die hals een mm breder, breid de string spacing uit tot 58 mm, check de intonatie nog eens, geef ons een fret erbij, maak het hoog beter toegankelijk, en verbeter de afwerking. En is dat geluid nou precies zoals het bedoeld is? De goede bedoelingen van Schertler en Pagelli sneuvelen vermoedelijk op de goedkope Indonesische productievloer. En zo komt één van de meest individuele instrumenten op de markt niet volledig uit de verf. En dat, beste gitaarvrienden, is jammer.

__________________________________

* Of Tsjechië of Korea? Beide landen werden namelijk ook genoemd in de Schertler promo. Er heerst wat verwarring over de precieze specs, en zelfs over de nomenclatuur van de gitaren. Laten we het erop houden dat er prototypen van verschillende herkomst in omloop zijn gebracht…

Zie hier juichende reviews. En hier.

Het geven van commentaar is niet meer mogelijk.