Paul Pleijsier - Gitarist

The Last Word op gitaargebied

Wilt u weten wat het laatste woord is op het gebied van de steel string-gitaar? Dan zit u hier goed. Hou je vast.

Eerst even in de historie duiken. U kent de ontwikkeling van de steel string: traditioneel zat daar een 12-frets hals op (zoals dat bij de klassieke gitaar nog altijd het geval is), maar vanaf 1923 kwamen er instrumenten met 14 fretten vrij van de kast . De eerste (?) was de prachtige Gibson L-5, de moeder van alle ‘arch top’-(jazz)gitaren, en in 1929 was er dan de Martin OM, ook al weer een moeder, maar dan van de moderne ‘flat top’ steel-string gitaar. Het 14 frets idee sloeg commercieel aan, en de 12-fretter was in één klap ouderwets.

12-frets hals, Martin 000-28
12-frets hals, Martin 000-28

14 frets gitaar, Martin OM 28
14 frets-hals, Martin OM 28

Op zo’n 14 frets-hals kon je een paar hoge noten bereiken die zich bij een 12-fretter op de kast bevonden. Handig. Maar de 14-frets architectuur had ook invloed op de klankwerking van de gitaar. Vraag maar eens aan een klassieke gitaarbouwer wat hij vindt van de plaats van kam en klankgat op zo’n gitaar (want die staan niet meer op hun ouwe beproefde plekjes…). Hij zal je hoofdschuddend antwoord geven…

Eén en ander betekende dat er een modern geluid z’n intrede deed. Minder klassiek, meer gecomprimeerd. De hoge snaar was minder dynamisch, met een wat minder vol geluid. Alsof er een compressortje op zat dat bij een bepaalde geluidssterkte zei: tot hier en niet verder.

Oei, zegt de goede verstaander: die hoge snaar heb ik liefst wél vol en dynamisch, en ik heb ook liefst een sound zonder compressie.

Nou, geen probleem, dan bleef je toch een 12-fretter spelen? Maar sommige muzikale ideeën kon je vergeten vanwege een meer problematische toegankelijkheid van het hoge register.

Rond 1985 kwam de 14-frets brigade met een zinvolle innovatie. De positieholte of cutaway, een idee van alle tijden, maar tot dan toe alleen toegepast op elektrische en nylonsnarige instrumenten, alsmede plectrumgitaren.

Men nam een hap uit de klankkast daar waar zij de hals ontmoet. Resultaat: nog betere bereikbaarheid van het hoge register. De visioniair achter dit idee: de gitarist Eric Schoenberg. Hij nam het ontwerp van de 1930 Martin “OM” en voorzag dat van de cutaway van de Selmer Macaferri (de bekende zigeunerjazz -gitaar, ook uit de dertiger jaren). Zo ontstond de eerste fingerstyle-gitaar met een volledig toegankelijk hoog: de Schoenberg “Soloist”. Trend gezet. Zie voetnoot.

14 frets-hals en cutaway, Schoenberg Soloist
14 frets-hals en cutaway, Schoenberg Soloist

Nu moesten 12-fret spelers nóg meer ergonomie laten liggen. Maar diezelfde Schoenberg kwam to the rescue.

Hij had altijd een zwak gehad voor de speciale klank van de 12-frets gitaar, een klank die je dus met een 14 niet krijgt. En niemand die dat beter kon beoordelen dan Schoenberg, met z’n collectie historische Martins en zijn ervaringen als CEO van het (piepkleine) Schoenberg Guitars.

Wat hij deed: hij zette een cutaway op een 12-frets gitaar. Kam en klankgat bleven dus op hun traditionele plekje. Hij noemde zijn nieuwe gitaar de Schoenberg “Standard” C(utaway). Die toevoeging was (net als “Soloist”) geleend van Martin. Daar krijgen de nog steeds mondjesmaat gemaakte 12-fretters het achtervoegsel “S”. Zo bestaat er bijvoorbeeld de “Martin D-35 S(tandard)”

12 frets hals en cutaway, Schoenberg 00 Standard
12 frets-hals en cutaway, Schoenberg 00C Standard

En zie hier wat ik persoonlijk als “the last word” op het gebied van de steel string beschouw. Je hebt nu de sound én de bereikbaarheid.

Lijkt het u wat dan moet u bij Schoenberg wezen, in Californië (en neem erg veel $$ mee). Het idee werd al snel opgepikt door andere kleine Amerikaanse bouwers. Maar “the last word” is onlangs uitgelekt richting massamarkt, en je kan nu een 12-frets cutaway hebben uit onverwachte hoek. Het ding heet “Trinity College” en wordt gebouwd in China.

Bij Schoenberg zien ze het als een “part copy”. Voor ons is het breaking news, heet van de naald, exclusief, en eigenlijk puur sensationeel. Het ding doet het en kost ca ? 1100.

Groeten
Paul
_______________________________________________________________________

NOOT: Alles is al eens gedaan, zeggen ze, zo ook hier. In 1902 bouwde ene Carl C. Anderson uit San Francisco deze visionaire gitaar:

Carl C. Anderson 1902

Anderson was geen man van het compromis:


High reach cutaway met beveled heel, 100 jaar later helemaal actueel (met dank aan Frank Ford)

De beroemde Selmer-Maccaferri uit 1932 was ook al een 12-frets gitaar met cutaway, verkrijgbaar als steel string voor de jazzers, én als nylonsnaar voor de classici.

Hoewel geen steel-strings, is het toch vermeldenswaard dat instrumenten van Braziliaanse bossa-spelers al sinds lange tijden cutaways vertonen.

In recente tijden ging minstens één bouwer Schoenberg vóór: de Nederlander Bert Kwakkel. Hij bouwde anno ’82 al lichtgebouwde steel-strings met 12 frets-hals en cutaway, zonder slagplaat. Dit soort Kwakkel-modellen werden onder andere gebruikt bij Flairck, Flairck-chef Erik Visser speelt er nog steeds op. Overigens heeft de klankesthetiek van de Kwakkel weinig met het Martin-ideaal van Schoenberg te maken.

Rond ’95 bouwde Dana Bourgeois (de bouwer van de eerste Schoenbergs…) in samenwerking met gitarist Martin Simpson een 12-frets Dreadnought-guitar (oftewel slagschip…) met cutaway, bedoeld voor de vingeraars van deze aardbol.

Een interessante gitaar als u het mij vraagt, met die grote kast krijg je een substantiëler basje dan dat van de alomtegenwoordige OM…

Bezoekt U overigens eens deze obscure pagina, waar Paul Hostetter mbv photoshop nog eens dunnetjes uitlegt hoe het precies zit met die 12- en 14-fretters (en uiteindelijk concludeert dat een 13-fretter het helemaal is!)

VERVOLG: 12-FRET VS 14-FRET

Het geven van commentaar is niet meer mogelijk.