Paul Pleijsier - Gitarist

De componist Lennon

Kort geleden speelden collega Verreck en ik de song ‘Je gaat verliezen Bos’. Die kent u niet. Kan gebeuren, het betrof hier een actuele verkiezings-tekst op de Beatle-song ‘You’re Gonna Lose That Girl’.

Voor mij dus een noodzaak om dat Beatlesnummer nog eens goed te beluisteren. Het staat op de LP ‘Help’ (1965) en die had ik niet in huis – shame on me. Hier blijkt wat voor een krent ik eigenlijk ben.

Ik vond altijd dat de Beatles pas echt goed werden vanaf ‘Rubber Soul’, en vanaf die plaat heb ik alles. Daarvóór zochten ze nog naar de vorm – en vallen er gaten in mijn discotheek. EMI heeft de Beatles al 40 jaar in het full price-segment weten te houden, wat tot gevolg had dat ik doodleuk door het bestaan rolde zonder ‘Help’ en andere, even illustere als onvoldragen voorgangers.

Vóór Rubber Soul zongen de Beatles nog met gekke stemmetjes, en had men ook de instrumenten nog niet echt onder de knie. Luister naar ‘You’re Gonna Lose etc’, waar John een scheurstem opzet. Luister naar de gitaarsolo in ‘And I love her’, waar George veel te ver achter op de tel speelt. Bij hernieuwde beluistering gaat zelfs het onvolprezen ‘Yesterday’ niet vrijuit. Paul zingt hier met een soort geitenvibrato dat we daarna nooit meer gehoord hebben.

Wat allemaal niet wegneemt dat de briljantie er al in grote scheppen bovenop lag. We noemden reeds ‘Gisteren’, en wat dacht u van ‘Help’? Beter kan het niet, knalt na 40 jaar nog steeds uit de speakers. En al zingt John met een namaakstem, ‘You’re Gonna Lose’ heeft als compositie een vorm die tamelijk uniek genoemd mag worden. Die vorm wou ik hier eigenlijk beschrijven.

Je zou kunnen zeggen dat het nummer draait om een refrein dat steeds incompleet gegeven wordt. Dat refrein heeft een zodanige harmonische structuur dat het eind van elke regel een spilaccoord biedt om mee te moduleren.

Het nummer staat in E. Tussen de eerste twee coupletten krijgen we slechts twee refreinregels (het laatste accoord daarvan, B, sluit weer mooi aan op het vervolg in die hoofdtoonsoort E). Als overgang naar de bridge horen we drie regels, eindigend op spilaccoord D, waarop de bridge in G kan volgen. Als besluit van de song krijgen we het refrein compleet (fraai!) met z’n volle vier regels en is het ook direct Schluss.


John L.

Die bridge is ook wat moois. Dat incomplete refrein buigt (via die D) de toonsoort om van E naar G-groot. Waarbij componist John als subdominant c-klein geeft, dat in de herhaling plaatsmaakt voor C-groot. Maar om dat waar te nemen moet je héél goed luisteren: diegene die verantwoordelijk was voor de noot “Es” dan wel “E” (ik meen George), de noot dus die het cruciale verschil maakt tussen groot en klein, die meneer nam het niet zo nauw!

Maar goed, die C-groot leidt naar F, en toen vroeg ik mij af ‘hoe komen ze in godsnaam weer thuis in E’? Nou, makkelijk, via een soort phrygische cadens! Hup, koud naar E en weer vrolijk verder met een gitaarsolo c.q. een refrein.

Dit alles in 2’15”. Mag het componeren heten?!

Het geven van commentaar is niet meer mogelijk.