Paul Pleijsier - Gitarist

Nieuwe krachttoeren op gitaar en ukulele

Af en toe krijg je een tip dat er weer wat leuks te zien is op YouTube. Gisteren dit. Een Rus met een seventies look bespeelt zijn gitaar op buitengewone wijze. En zie de Karpatenkoppen kijken! Zelf zit je net zo gefascineerd te staren. 

(Overigens was de Amerikaan Stanley Jordan in de tachtiger jaren al op deze manier bezig, voor uw informatie).

Later kreeg ik dit door: een man die net zo opmerkelijk bezig is, maar een stuk hipper overkomt. Wat een ritmes, wat een sound! Na wat Google’en blijkt het om ene Eric Mongrain te gaan. In zijn bio noemt hij zijn invloeden, waarbij één naam opvalt door haar afwezigheid: Preston Reed, de founding father van de slap, de tap, de bongo hit en andere percussieve technieken op de acoustische gitaar.

koreaanse krachttoer

De volgende man, Justin King, mixt de percussieve technieken van seventies bass-innovator Bootsy Collins met rasgeado’s, tapping en weet ik al wat niet meer. En, uitzonderlijk onder tappers en slappers, doet hij zijn ding zo te zien in normale gitaarstemming (drop D), wat zijn harmonische mogelijkheden verruimt (punten). En zonder kunstgalm (punten).

Uit een nabij verleden kennen we nog de video van Jake, de While my Guitar Gently Weeps-spelende ukeleleman (fantastische toon, arrangement met sterke opbouw, maar harmonieën die nog beter hadden kunnen zijn met meer dan vier snaartjes – waarmee hij dan weer zou inboeten aan ‘strumfreude’, – it’s a fine line), en die van Hannes, de zwarte gitarist die vrolijk fingerpickt in een tropisch landschap terwijl hij de melodie slide-gewijs met een lepel in zijn mond op de hoge snaar speelt.

We zijn verbluft en verbaasd, en technisch hebben we hier niet direct van terug. Ren ik nu naar de online-shop om CD’s te orderen van deze wereldwonderen?

Gek genoeg niet (hoogstens van Jake). Waarom? Omdat ik aan mijn water voel dat we meer van hetzelfde krijgen. En dat de beperkingen van de stijl aan het licht komen. Aan één YouTube filmpje heb ik voorlopig genoeg.

En ik moet aan een bepaalde man denken die hierover uitspraken deed, in het jaar 1830, lang vóór YouTube. Het grappige van de Méthode pour la Guitare van Ferdinand Sor is dat veel ervan actueel blijft. Ook in Sors dagen waren er lui die het publiek verbluften met technische zaken:

Hoorde ik krachttoeren van bepaalde pianisten dan had ik direct door dat zij daar een bijna exclusieve studie van gemaakt hadden; maar hoorde ik ze van Cramer, Kalkbrenner, Bertini of anderen van dat niveau, dan zag ik onmiddellijk dat zij zich daar pas aan gewijd hadden na zich gedurende lange tijd te hebben beziggehouden met meer solide studies.

En in een voetnoot gaat het over het beroemdste fenomeen van al:

Men gaf in mijn tegenwoordigheid een beschrijving van alle krachttoeren en buitengewone dingen die de beroemde Paganini uitvoert. Iemand vroeg: ‘En hoe speelt hij zonder die fratsen’? ‘Perfect’, antwoordde degene aan wie de vraag was gesteld, en die met kennis van zaken kon oordelen. Sindsdien beschouw ik deze kunstenaar als een werkelijk kolossaal talent, zijn grote reputatie waardig.

‘Special FX’ zijn nergens als ze niet rusten op een solide basis van goed ‘normaal’ spel, is Sors boodschap. Begrijpelijk, anders krijgt de toeschouwer alleen maar ‘special FX’ te horen, die zonder context hun speciale werking verliezen. Het goede van een Tommy Emmanuel, ook heel wild op zijn manier, is dat hij de basics perfect onder de knie heeft.

De zaken waar Sor zich in zijn Méthode vooral druk om maakt, zijn de zaken waar het ook nu nog steeds om draait: toonkwaliteit en harmonie.

Tapping (zie ook deze tappende Goldberg-variatie, en deze) is cool, dolle pret om te doen, en een zinvolle uitbreiding van het technische arsenaal, maar in de doodgewone ouderwetse tokkel kan veel meer klankvariëteit gelegd worden.

Het gebruik van open tunings (waarbij de snaren anders gestemd worden om bepaalde effecten mogelijk te maken) kan de harmonische mogelijkheden beperken, en de gitarist muurvast in de uitgangstonaliteit vastzetten (uitzondering: de Barokluit in d-klein?). Ze zijn zowel voordeel als achilleshiel.

Maar wat een wonder, die gitaar, steeds weer nieuwe dingen.

BREAKING NEWS: het cirkeltje is nu blijkbaar rond, de muilen hangen niet allemaal meer eerbiedig open voor al deze innovatie. Zie hier (met dank aan Ben Geerdinck).

Groeten!

Het geven van commentaar is niet meer mogelijk.